BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door H.G. Rottier als voorzitter en M. Schoneveld en S. Wijna als leden, in tegenwoordigheid van S.C. Scholten als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 29 maart 2023.
Bijlage: toepasselijke bepalingen uit de NOW-3
1. De omzetperiode is de aaneengesloten periode van drie kalendermaanden als bedoeld in artikel 15, 18 of 21, die de werkgever kiest.
2. Als aan een werkgever subsidie is verleend op grond van de tweede tranche subsidieregeling, dan sluit de omzetperiode, bedoeld in artikel 15, aan op de omzetperiode bedoeld in artikel 10, vierde lid, onderdeel b, van de tweede tranche subsidieregeling.
3. Als aan een werkgever subsidie is verleend op grond van de direct voorafgaande tranche, dan sluit de omzetperiode aan op de omzetperiode zoals die voor die voorafgaande tranche is gehanteerd.
4. Het tweede lid is niet van toepassing indien de werkgever voorafgaand aan de subsidieaanvraag, bedoeld in artikel 7, tweede lid, onder a, verzocht heeft de beschikking tot subsidieverlening op grond van de tweede tranche subsidieregeling in te trekken.
5. Het derde lid is niet van toepassing indien de werkgever:
a. voor 15 februari 2021 verzocht heeft de beschikking tot subsidieverlening op grond van de derde tranche in te trekken, of;
b. voor 1 april 2021, verzocht heeft de beschikking tot subsidieverlening op grond van de vierde tranche in te trekken.
Artikel 7. Aanvraag van de subsidieverlening
1. De werkgever kan per tranche een subsidieaanvraag indienen door middel van een door de Minister beschikbaar gesteld formulier.
2. Een subsidieaanvraag wordt ingediend in de volgende tijdvakken:
a. voor aanvragen voor de derde tranche op grond van hoofdstuk 2, van 16 november 2020 tot en met 13 december 2020 en van 15 december 2020, 9.00 uur, tot en met 27 december 2020;
b. voor aanvragen voor de vierde tranche op grond van hoofdstuk 3, van 15 februari 2021 tot en met 14 maart 2021;
c. voor aanvragen voor de vijfde tranche op grond van hoofdstuk 4, van 17 mei 2021 tot en met 13 juni 2021.
3. De werkgever kan eenmaal per loonheffingennummer per tranche een subsidieaanvraag indienen.
4. In de subsidieaanvraag wordt in ieder geval vermeld:
a. de verwachte omzetdaling;
b. de omzetperiode, tenzij uit artikel 4, tweede of derde lid, voortvloeit welke omzetperiode gehanteerd wordt;
c. het loonheffingennummer;
d. het door de Kamer van Koophandel toegekend uniek nummer als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007, indien de werkgever daarover beschikt;
e. het rekeningnummer uit een land dat valt onder de EU-Verordening/260/2012, waarop de werkgever betalingen van de Belastingdienst inzake loonheffingen ontvangt; en
f. of een verzoek als bedoeld in artikel 5, vierde lid, wordt gedaan.
5. In de subsidieaanvraag verklaart de werkgever dat voldaan zal worden aan de verplichting, bedoeld in artikel 14 en dat indien artikel 6 wordt toegepast, het groepshoofd, bedoeld in artikel 406, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de moedermaatschappij, bedoeld in artikel 24a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, daarmee instemmen.
6. Indien de werkgever onderdeel is van een groep als bedoeld in artikel 5, zevende lid, of indien de werkgever meerdere loonheffingennummers heeft, wordt hetzelfde percentage, bedoeld in het vierde lid, onderdeel a, alsook dezelfde omzetperiode, bedoeld in het vierde lid, onderdeel b, voor alle rechtspersonen en vennootschappen binnen de groep respectievelijk de loonheffingennummers gehanteerd. In afwijking van de eerste zin hoeft voor de werkgever die onderdeel is van een groep als bedoeld in artikel 5, zevende lid, niet hetzelfde percentage, bedoeld in het vierde lid, onderdeel a te worden gehanteerd als het percentage dat voor de groep wordt gehanteerd, als de werkgever bij de aanvraag tot vaststelling verzoekt artikel 6 toe te passen.
7. De subsidieaanvraag wordt elektronisch gedaan, tenzij op www.uwv.nl kenbaar wordt gemaakt dat een schriftelijke subsidieaanvraag ook mogelijk is.
8. Door het indienen van een aanvraag stemt de werkgever ermee in dat de volgende gegevens uit het subsidiedossier openbaar gemaakt kunnen worden:
a. de naam en de vestigingsplaats van werkgever;
b. het verstrekte voorschot; en
c. de vastgestelde subsidie.
Vierde Tranche
Artikel 18. Voorwaarden voor subsidieverlening
De Minister kan op grond van dit hoofdstuk aan een werkgever, die gedurende een aaneengesloten periode van drie kalendermaanden in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 mei 2021 verwacht te worden geconfronteerd met een daling van de omzet van ten minste 20%, per loonheffingennummer een subsidie verlenen over de loonsom in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 maart 2021.