Uitspraak
rechtbank Midden-Nederland van 23 augustus 2018 (17/3483 en 17/3485) in het geding tussen verzoeker en het Uwv.
OVERWEGINGEN
Samenvatting
Wat er aan het verzoek om schadevergoeding vooraf ging
5 maart 2018.
Standpunten van partijen
Het oordeel van de Raad
6 maart 2018 is de enkele stelling van verzoeker, dat hij zou herstellen en na een succesvolle
re-integratie zou gaan werken in een functie met een hoger salaris, onvoldoende. Het verzoek om vergoeding van de door verzoeker gestelde loonschade ná het derde ziektejaar zal daarom worden afgewezen.
Conclusie en gevolgen
(1 punt voor het verzoek om schadevergoeding van 11 augustus 2022, 1 punt voor de nadere toelichting bij brief van 5 april 2023 en 1 punt voor het bijwonen van de zitting, waarde per punt € 837,-), derhalve in totaal € 4.185,-.
BESLISSING
W.A. Timmer als leden, in tegenwoordigheid van O.N. Haafkes als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 21 december 2023.