Uitspraak
19 3203 WAO, 19/3361 WAO
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 5 januari 2016 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een verzoek van betrokkene om terug te komen van een eerder genomen besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om haar WAO-uitkering per 16 juli 2006 in te trekken. Betrokkene, die in 2002 uitviel voor haar werk als teamleider sociotherapie, had aanvankelijk een WAO-uitkering gekregen, maar deze was later verlaagd en uiteindelijk ingetrokken. Betrokkene verzocht het Uwv in 2015 om herziening van het besluit, omdat zij meende dat haar gezondheidssituatie was verslechterd en dat er nieuwe medische informatie beschikbaar was die haar beperkingen aantoont.
De Centrale Raad oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de intrekking van de WAO-uitkering onterecht was. De Raad concludeerde dat de beschikbare medische gegevens op 16 juli 2006 geen aanleiding gaven om te oordelen dat het Uwv terug moest komen op het besluit. De rechtbank had in haar eerdere uitspraak niet onderkend dat het oorspronkelijke besluit juist was, en daarom werd de aangevallen uitspraak vernietigd. Het hoger beroep van het Uwv werd gegrond verklaard, en het beroep van betrokkene tegen het bestreden besluit werd ongegrond verklaard. De Raad benadrukte dat voor een heropening van de uitkering op basis van toegenomen beperkingen, het noodzakelijk is dat het oorspronkelijke besluit onjuist was, wat in deze zaak niet het geval was.