ECLI:NL:CRVB:2021:2737
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het recht op ziekengeld bij gecombineerde functies en urenbeperkingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De zaak betreft een werkneemster die ziek is geworden terwijl zij twee functies vervulde: senior onderzoeker en PhD-student. De werkneemster heeft zich op verschillende momenten ziekgemeld en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft haar ziekengeld verstrekt op basis van de Ziektewet (ZW). De appellanten, die de werkneemster vertegenwoordigen, hebben bezwaar gemaakt tegen de besluiten van het Uwv om het ziekengeld voort te zetten, omdat zij van mening zijn dat het Uwv een verkeerde maatman heeft gehanteerd bij de beoordeling van de verdiencapaciteit van de werkneemster. De rechtbank heeft het bezwaar ongegrond verklaard, wat de appellanten heeft doen besluiten om in hoger beroep te gaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de maatman van de werkneemster moet worden gezien als een combinatie van de functies die zij vervulde. De Raad heeft de argumenten van de appellanten, die stelden dat de twee rechten op ziekengeld afzonderlijk beoordeeld moesten worden, verworpen. De Raad heeft geoordeeld dat de urenbeperking van de werkneemster in aanmerking moet worden genomen en dat de berekening van het Uwv correct was. De Raad heeft bevestigd dat de werkneemster niet in staat was om meer dan 65% van haar maatmaninkomen te verdienen, wat betekent dat het Uwv terecht het ziekengeld heeft voortgezet. De uitspraak van de rechtbank is dan ook bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.