3.2.Het Uwv heeft bevestiging van de aangevallen uitspraak bepleit.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.1.Artikel 65, tweede lid, van de WAO bepaalt dat bij algemene maatregel van bestuur regels kunnen worden gesteld ter voorkoming of beperking van samenloop van arbeidsongeschiktheidsuitkering met uitkering op grond van de sociale wetgeving van Aruba, Curaçao, Sint Maarten, de sociale wetgeving van Nederland ten behoeve van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba of van een andere Mogendheid.
4.1.2.Artikel 1, eerste lid, aanhef en onder c, van het Besluit luidt als volgt.
“1. Bij samenloop over eenzelfde tijdvak van een arbeidsongeschiktheidsuitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering met één of meer van de navolgende ingevolge de sociale wetgeving van één of meer andere Mogendheden toegekende uitkeringen:
(…)
c. ouderdomsuitkering, dan wel enige andere uitkering, welke in verband met het bereikt hebben van een bepaalde leeftijd is toegekend, wordt de arbeidsongeschiktheidsuitkering slechts uitbetaald, indien en voor zover deze het totale bedrag van de onder a t/m c bedoelde uitkeringen overtreft.”
4.1.3.Op grond van artikel 6 van de AOV heeft degene, die verzekerd is geweest en de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt, overeenkomstig de bepalingen van deze landsverordening recht op ouderdomspensioen.
4.1.4.Op grond van artikel 9, eerste lid, van de AOV wordt het ouderdomspensioen alsmede een verhoging van het ouderdomspensioen op aanvraag toegekend door de Bank.
4.1.5.Op grond van artikel 57, eerste lid, van de WAO wordt de uitkering die onverschuldigd is betaald door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen teruggevorderd.
4.1.6.In artikel 80 van de WAO is bepaald dat degene die in het genot is van een arbeidsongeschiktheidsuitkering verplicht is aan het Uwv, op zijn verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling te doen van alle feiten of omstandigheden, waarvan het hun redelijkerwijs duidelijk is, dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op of de hoogte van de arbeidsongeschiktheidsuitkering of het bedrag, dat daarvan wordt uitbetaald.
4.1.7.Op grond van artikel 29a, eerste lid, van de WAO legt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een bestuurlijke boete op van ten hoogste het benadelingsbedrag wegens het niet of niet behoorlijk nakomen door de belanghebbende van de verplichtingen bedoeld in artikel 80 van de WAO. In het tweede lid is bepaald dat onder benadelingsbedrag wordt verstaan het brutobedrag dat als gevolg van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichtingen bedoeld in artikel 80 van de WAO, ten onrechte of tot een te hoog bedrag aan uitkering is ontvangen. Op grond van het achtste lid kan het Uwv afzien van het opleggen van een bestuurlijke boete indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn.
4.1.8.Op grond van artikel 2a, eerste lid, van het Boetebesluit socialezekerheidswetten (Boetebesluit) wordt bij de bepaling van de hoogte van de bestuurlijke boete de mate waarin de gedraging aan de betrokkene kan worden verweten beoordeeld naar de omstandigheden waarin betrokkene verkeerde op het moment dat hij de inlichtingenplicht had moeten nakomen.
4.1.9.Op grond van artikel 2a, tweede lid, aanhef en onder c, van het Boetebesluit leidt bij de beoordeling van de mate waarin de gedraging aan de betrokkene kan worden verweten, in ieder geval als criterium tot verminderde verwijtbaarheid, dat betrokkene wel inlichtingen heeft verstrekt, die echter onjuist of onvolledig waren, of anderszins een wijziging van omstandigheden niet onverwijld heeft gemeld, maar uit eigen beweging alsnog de juiste inlichtingen verstrekt voordat de overtreding is geconstateerd, tenzij de betrokkene deze inlichtingen heeft verstrekt in het kader van toezicht op de naleving van een inlichtingenplicht.
De herziening en terugvordering