ECLI:NL:CRVB:2021:2393
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de NOW-regeling en de exceptieve toetsing van de loonsomverhoging
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep over de toepassing van de NOW-regeling (Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid) door een bowlingcentrum dat zijn werknemers per vier weken loon uitbetaalt, maar loonaangifte per kalendermaand doet. De appellante, een bowlingcentrum, had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die de tegemoetkoming in de loonkosten had vastgesteld zonder de loonsom met 8,33% te verhogen, zoals mogelijk is voor werkgevers die een loonaangiftetijdvak van vier weken toepassen. De minister stelde dat de appellante niet onder de bepalingen van de NOW-regeling viel, omdat zij loonaangifte per kalendermaand deed. De Raad oordeelde dat de NOW-regeling generiek en grofmazig van aard is, en dat er geen ruimte is voor maatwerk. De Raad bevestigde dat de strikte toepassing van de regeling niet in strijd is met het evenredigheidsbeginsel of andere beginselen van behoorlijk bestuur. De uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland werd bevestigd, en het hoger beroep van de appellante werd ongegrond verklaard.