ECLI:NL:CRVB:2021:2204
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over de urenbeperking en geschiktheid van de werkneemster voor functies in het CBBS
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 augustus 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft de werkneemster die sinds 1 augustus 2012 arbeidsongeschikt is en een WGA-uitkering ontvangt. Het Uwv had de werkneemster met ingang van 30 juni 2016 45 tot 55% arbeidsongeschikt geacht, maar dit werd later aangepast naar 55 tot 65%. De werkneemster had een urenbeperking van gemiddeld 6 tot 6,5 uur per dag en 30 uur per week. Het Uwv heeft deze urenbeperking gehandhaafd, maar de rechtbank oordeelde dat het Uwv onvoldoende had gemotiveerd dat de functie van Receptionist, baliemedewerker niet passend was voor de werkneemster. De rechtbank oordeelde ook dat het Uwv niet had aangetoond dat het combineren van functies niet mogelijk was. De Centrale Raad van Beroep heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en het Uwv opgedragen om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen en nader onderzoek te doen naar de mogelijkheden van het combineren van functies met inachtneming van de urenbeperkingen. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de beoordeling van arbeidsongeschiktheid en de noodzaak om een zekere marge in acht te nemen bij het vaststellen van urenbeperkingen.