Uitspraak
19 1558 WAJONG
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit van 20 juni 2016 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van een Wajong-uitkering aan betrokkene, die eerder in 2008 was afgewezen. Betrokkene had in 2015 een nieuwe aanvraag ingediend, waarbij zij aangaf dat haar psychische klachten waren verergerd. Het Uwv had de aanvraag opgevat als een verzoek om terug te komen van het eerdere besluit en als een aanvraag voor een Wajong-uitkering met ingang van een latere datum. De rechtbank Gelderland had het beroep van betrokkene gegrond verklaard en de Wajong-uitkering met terugwerkende kracht toegekend vanaf 1 januari 2011. Het Uwv ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Centrale Raad oordeelde dat het Uwv de aanvraag van betrokkene correct had opgevat en dat de rechtbank een onjuist wettelijk kader had gehanteerd. De Raad concludeerde dat de afwijzing van het verzoek om terug te komen van het besluit van 14 januari 2008 terecht was, omdat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden waren. Ook het verzoek om een Wajong-uitkering met ingang van een latere datum werd afgewezen, omdat betrokkene niet voldeed aan de voorwaarden voor toekenning van een uitkering op basis van toegenomen arbeidsongeschiktheid. De Raad verklaarde het beroep van het Uwv ongegrond en bevestigde de toekenning van de Wajong-uitkering met ingang van 17 november 2015.