Uitspraak
19/ 2269 PW, 19/2270 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Het college stelt voorop dat de rechtbank ten onrechte de bewijslast heeft omgekeerd. Het gaat om een aanvraagsituatie waarin de bewijslast op de aanvrager rust. De overgelegde boekhoudkundige stukken zijn niet voldoende concreet en verifieerbaar. Elementaire stukken zoals een kasboek en de grootboekhistorie ontbreken. Het recht op bijstand kan niet worden vastgesteld. Betrokkene 1 had in de praktijk als enig bestuurslid van de stichting onbelemmerd toegang tot de financiële tegoeden van de stichting. Dit is door betrokkene 1 tijdens de zitting van de rechtbank en bij de bezwaarcommissie ook bevestigd. Doordat betrokkene 1 onbelemmerd toegang had tot de financiële tegoeden van de stichting is sprake van financiële verstrengeling tussen betrokkenen en de stichting. Het college stelt zich verder op het standpunt dat het gaat om ondernemersactiviteiten waarmee substantiële inkomsten worden verworven, waarmee betrokkenen in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Dat zij deze inkomsten ten goede laten komen aan de stichting is een keuze die voor hun rekening en risico komt. Het college heeft zich subsidiair op het standpunt gesteld dat betrokkene 1 voor zijn werkzaamheden voor de stichting en de webshops een geldelijke beloning had kunnen bedingen.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart de beroepen ongegrond.