Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 juni 2021 in de zaak tussen
[naam eiser] , te [naam woonplaats] , eiser,
het Dagelijks Bestuur van Orionis Walcheren (Orionis), verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Feiten
9 augustus 2019, waarbij Orionis hem heeft verzocht verschillende gegevens mee te nemen. Eiser is zonder bericht niet verschenen op het gesprek. Eiser had wel al bankafschriften ingeleverd en een huurcontract van het adres [adres] . Dit contract staat op naam van hem en zijn zus, [naam eiser] , met als ingangsdatum 1 juni 2018. Beiden staan op het adres ingeschreven, maar sinds 26 september 2018 staat op het adres ook nog een andere zus, [naam zus] ingeschreven.
Geschil
Beroepsgronden
[naam echtgenote] op 23 augustus 2019 geen rol spelen bij de beoordeling of sprake is van een registratie. Eiser woont niet met zijn vrouw samen en Orionis heeft niet toegelicht welke rol de feiten spelen in de beoordeling.
Wettelijk kader
Beoordeling
€ 1.378,59 aan bruto inkomsten heeft ontvangen en over de maand augustus 2019 van het UWV een bedrag van € 1.219,60 aan bruto uitkering op grond van de Ziektewet.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit, bepaalt dat eisers aanvraag om bijstand wordt afgewezen vanwege de door eiser ontvangen inkomsten over de maanden juli en augustus 2019 en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- draagt Orionis op het betaalde griffierecht van € 48,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt Orionis in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 2.136,-.
mr. A.M. Pasmans, griffier, op 29 juni 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.