ECLI:NL:CRVB:2020:536
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellante in het kader van de Wet WIA
In deze zaak gaat het om de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellante door het Uwv, die met ingang van 3 mei 2016 is vastgesteld op minder dan 35%. Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die het beroep ongegrond verklaarde. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is verricht en dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de juistheid van de medische beoordeling. Appellante heeft in de bezwaarprocedure gebruik gemaakt van de mogelijkheid om nadere stukken in te dienen over haar medische situatie. De rechtbank heeft geoordeeld dat de belasting in de geselecteerde functies de mogelijkheden van appellante niet overschrijdt. Het beroep op het arrest Korošec slaagt niet, omdat de ingediende medische stukken zijn betrokken bij de beoordeling van de arbeidsmogelijkheden van appellante. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en wijst het verzoek om schadevergoeding af.