Uitspraak
21.2048 WIA
OVERWEGINGEN
geringeaortaklep insufficiëntie volgens de informatie uit het dossier geen aanleiding geeft voor
forse(onze onderstrepingen) belemmeringen, hoewel betrokkene daar anders over lijkt te denken”. Daarbij is ook van belang dat de cardioloog van appellante in een brief van 27 juni 2016 had ontraden appellante (wegens haar zwangerschap in 2013) te belasten met zwaar statische arbeid. In het midden kan worden gelaten wat in dit geding de precieze betekenis en strekking is van de overweging van de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat een zwangerschap in de regel voor elke vrouw, en zeker voor iemand met een aortaklep insufficiëntie zoals appellante, een flinke cardiale belasting is, waardoor een beperking ten aanzien van extreem zware statische belasting geldt. Bepaald niet uitgesloten kan worden dat appellante ook bij de einde wachttijdbeoordeling in 2016 al arbeidsbeperkingen had als gevolg van haar aortaklep insufficiëntie. Ter nadere motivering van dit oordeel wordt nog opgemerkt dat uit het rapport van de primaire arts van 20 juni 2016 onder het kopje claimklachten en ervaren belemmeringen is vermeld: “psychische klachten en hartklachten”. En onder “medische anamnese” wordt vermeld dat de hartklachten maken dat appellante soms, als zij een angstaanval heeft, een snelle hartslag heeft zonder dat zij daarvoor belemmeringen kan aangeven.