ECLI:NL:CRVB:2020:2452
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.J.J.M. Weyers
- J.T.H. Zimmerman
- S.B. Smit-Colenbrander
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de afwijzing van de Wajong-aanvraag en verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de afwijzing van zijn Wajong-aanvraag door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellant, die in 1969 is geboren, had eerder een AAW-uitkering ontvangen, maar deze was per 1 april 1999 niet voortgezet omdat hij geen aanvraag had ingediend. In 2004 diende hij een Wajong-aanvraag in, die werd afgewezen omdat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die een andere beslissing rechtvaardigden. Appellant heeft in 2016 opnieuw een aanvraag ingediend, die door het Uwv werd afgewezen. De rechtbank Limburg verklaarde het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond. In hoger beroep herhaalt appellant zijn standpunten, waaronder dat de medische onderzoeken niet zorgvuldig zijn uitgevoerd en dat er onvoldoende rekening is gehouden met zijn psychiatrische problematiek. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen nieuwe feiten zijn die een herziening van de eerdere besluiten rechtvaardigen. Tevens wordt schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure, waarbij de Staat der Nederlanden wordt veroordeeld tot betaling van € 500,- aan appellant.