ECLI:NL:CRVB:2020:1179
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om Wajong-uitkering met schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 juni 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellant had een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, die eerder was afgewezen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsarts bezwaar en beroep, die had vastgesteld dat de belastbaarheid van appellant in de geselecteerde functies niet werd overschreden. De Raad heeft ook de procedurele aspecten van de zaak beoordeeld, waaronder een verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De Raad concludeerde dat de redelijke termijn met een jaar en drie maanden was overschreden, wat leidde tot een schadevergoeding van € 1.500,-. De Raad heeft de proceskosten van appellant in hoger beroep vastgesteld op € 3.150,- en het Uwv veroordeeld tot betaling van deze kosten. De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank, maar vernietigde de proceskostenveroordeling.