ECLI:NL:CRVB:2014:2293
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- H.J. Simon
- E.W. Akkerman
- Rechtspraak.nl
Weigering van een uitkering op grond van de Wet Wajong wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft appellante, geboren in 1967, een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet Wajong. De aanvraag werd gedaan in mei 2010, waarbij appellante aangaf al sinds haar jeugd te lijden aan fybromyalgie, allergieën, hoofdpijnen en darmklachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft de aanvraag op 22 maart 2011 afgewezen, met de motivatie dat appellante in staat was om meer dan 75% van het minimumloon te verdienen. Dit besluit werd in een beslissing op bezwaar van 7 november 2011 bevestigd, waarbij het Uwv verwees naar rapporten van een bezwaarverzekeringsarts en een bezwaararbeidsdeskundige. De bezwaarverzekeringsarts stelde vast dat er geen medische gegevens beschikbaar waren over de situatie van appellante in haar 17e en 18e levensjaar, maar achtte het aannemelijk dat er toen enige klachten en beperkingen waren.
De rechtbank Utrecht verklaarde het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond. In hoger beroep voerde appellante aan dat zij vanaf haar 17e verjaardag op medische gronden volledig arbeidsongeschikt was. Tevens werd betwist of de voorgehouden functies in 1987 in voldoende mate beschikbaar waren en dat het risico van bewijsproblemen niet voor rekening van appellante zou moeten komen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de juistheid van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) voor de 17e en 18e levensjaar van appellante. Er waren geen medische gegevens over die periode beschikbaar, en appellante heeft geen aanvullende gegevens overgelegd die haar standpunt konden onderbouwen. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet kon slagen en dat de aangevallen uitspraak voor bevestiging in aanmerking kwam. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.