Uitspraak
OVERWEGINGEN
Aangevallen uitspraak 1 (zaak 13/6193 WIA)
10 augustus 2012 en oogarts E.A.E. Ghyczy van 10 augustus 2012 vastgesteld dat de verzekeringsarts over de visus en het gehoor van verkeerde diagnostische en therapeutische parameters is uitgegaan. Hij heeft aanleiding gezien de FML van 16 augustus 2012 aan te scherpen. Voor de belastingaspecten zien en horen is daaraan uiting gegeven door in de toelichting bij deze belastingaspecten te verwijzen naar de aanbevelingen van de oogarts en klinisch fysicus-audioloog, zoals beschreven in het rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft appellant niet gevolgd in zijn stelling dat hij theoretisch en praktisch gezien als doof en blind is aan te merken. Als gevolg van de tinnitusklachten bij een beperkte visus en gehoor kunnen er naar de visie van de verzekeringsarts bezwaar en beroep wel ernstige problemen in de communicatie optreden. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft op grond van een deels gewijzigde functieselectie vastgesteld dat het verlies aan verdiencapaciteit 2,38% bedraagt.
drs. C.E.M. van Geest van 6 november 2012 en een rapport van registerarbeidsdeskundige/gerechtelijk deskundige ing. R.B. van Vliet van 4 december 2012 aangevoerd dat hij de voor hem geselecteerde functies vanwege zijn forse visusklachten en gehoorproblemen, en daarmee samenhangende communicatieproblemen, niet kan vervullen. Appellant heeft ter onderbouwing van zijn standpunt mede verwezen naar een brief van oogarts L.J. Noordzij van 1 september 2013.
1 september 2013 en het expertiseverslag van Ringens van 15 juli 2014 aangevoerd dat zijn toegenomen klachten onvoldoende naar waarde zijn geschat en dat hij geen werkzaamheden kan verrichten waarbij een normale (functionele) visus vereist is.
BESLISSING
R.P.T. Elshoff als leden, in tegenwoordigheid van G.J. van Gendt als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 14 augustus 2015.