Uitspraak
OVERWEGINGEN
16 november 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:3989). Uitgaande van de ontvangst van het oudste bezwaarschrift op 1 juli 2013 tot de datum van de aangevallen uitspraak heeft de procedure twee jaar, zes maanden en 28 dagen geduurd en daarmee is de redelijke termijn met, afgerond naar boven, zeven maanden overschreden. Van deze overschrijding is, afgerond naar boven, één maand toe te rekenen aan de bezwaarfase. Het restant wordt toegerekend aan de beroepsfase.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover die betrekking heeft op de schadevergoeding;
- veroordeelt de korpschef tot betaling aan appellant van een vergoeding van schade tot een bedrag van € 142,86;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (Ministerie van en Justitie en Veiligheid) tot betaling aan appellant van een vergoeding van schade tot een bedrag van € 857,14;
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor het overige voor zover aangevochten;
- veroordeelt de korpschef in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 125,25;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (Ministerie van Justitie en Veiligheid) in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 125,25;
- bepaalt dat de griffier van de Raad het door appellant in hoger beroep betaalde griffierecht van € 251,- aan hem vergoedt.