ECLI:NL:CRVB:2018:894
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen ontheffing uit functie en herplaatsing bij de Universiteit Twente
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 maart 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van het college van bestuur van de Universiteit Twente tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De appellant, de Universiteit Twente, heeft betrokkene ontheven uit zijn functie als [naam functie 1] en heeft hem vervolgens andere werkzaamheden aangeboden. Betrokkene heeft echter gedurende een aanzienlijke periode geen werkzaamheden verricht, wat volgens de vaste rechtspraak van de Raad niet aanvaardbaar is. De rechtbank had eerder het bestreden besluit van de Universiteit Twente vernietigd, omdat niet was aangetoond dat betrokkene ongeschikt was voor zijn functie en hij niet in de gelegenheid was gesteld om zijn functioneren te verbeteren. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep van de Universiteit Twente niet slaagt. Tevens wordt de Universiteit Twente veroordeeld in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 1.002,-. De uitspraak benadrukt het belang van een passende functie bij ontheffing en de verplichting van de werknemer om een andere functie te aanvaarden, mits deze passend is.