ECLI:NL:CRVB:2018:2702
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van AIO-aanvulling na onderzoek naar vermogen in Turkije
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van de AIO-aanvulling van appellant door de Sociale verzekeringsbank (Svb). Appellant ontving vanaf 1 december 2009 AIO-aanvulling, maar de Svb heeft in de periode van 2013 tot en met 2019 een onderzoek uitgevoerd naar de rechtmatigheid van deze uitkering. Dit onderzoek richtte zich op AIO-gerechtigden met een buitenlandse achtergrond, waaronder appellant, die in Turkije geregistreerd stond als eigenaar van onroerende zaken. De Svb heeft appellant een formulier gestuurd waarin hij moest opgeven of hij vermogen in het buitenland had. Appellant gaf aan geen vermogen in Turkije te bezitten, maar tijdens een huisbezoek door de Svb bleek dat hij wel degelijk onroerend goed in Turkije had, wat leidde tot de intrekking van zijn AIO-aanvulling en de terugvordering van eerder uitbetaalde bedragen. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat de Svb onrechtmatig heeft gehandeld en dat het onderzoek discriminerend was. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb bevoegd was om onderzoek te doen naar de juistheid van de verstrekte gegevens en dat er geen sprake was van discriminatie. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.