ECLI:NL:RBROT:2017:3036
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.G.L. de Vette
- Rechtspraak.nl
Buitenbehandelingstelling aanvraag om bijzondere bijstand en toegang tot de rechter
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 april 2017 uitspraak gedaan in een geschil over de buitenbehandelingstelling van een aanvraag om bijzondere bijstand voor griffierechten. Eiser had op 2 december 2015 een aanvraag ingediend, maar verweerder, het Drechtstedenbestuur, heeft deze aanvraag buiten behandeling gesteld omdat eiser niet tijdig de gevraagde stukken had ingeleverd. Eiser stelde dat deze buitenbehandelingstelling zijn toegang tot de rechter beperkte, maar de rechtbank oordeelde dat eiser zelf verantwoordelijk was voor het niet tijdig indienen van de benodigde documenten. De rechtbank concludeerde dat er geen grond was voor het oordeel dat het recht op toegang tot de rechter was geschonden. Eiser had ook aangevoerd dat het niet vergoeden van juridische kosten in strijd was met het recht op een eerlijk proces, maar de rechtbank verwierp dit argument. De rechtbank oordeelde dat verweerder bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot hoger beroep.