Uitspraak
17.4327 AW
OVERWEGINGEN
25 januari 2012 (ECLI:NL:CRVB:2012:BV1958). Tevens heeft de rechtbank de korpschef veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn met één jaar en elf maanden en het bedrag vastgesteld op € 1.500,-
.
1 maart 2018, dat in het geval van periodieke betalingen de betaaltermijn als bedoeld in artikel 4:87, eerste lid, van de Awb niet geldt.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover die betrekking heeft op de ingangsdatum van de wettelijke rente en op het bedrag van de schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn;
- bepaalt dat de wettelijke rente wordt vergoed als in 3.4 vermeld;
- stelt het bedrag van de schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn vast op € 2.000,-;
- veroordeelt de korpschef in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 501,-;
- bepaalt dat de korpschef aan appellante het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 250,- vergoedt.