Uitspraak
15 januari 2016, 15/549 (aangevallen uitspraak) en uitspraak op het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade
.
OVERWEGINGEN
1 november 2010 de circulaire Harmonisatie arbeidsvoorwaarden politie tweede tranche in werking getreden (Stcrt. 2010, 19782; circulaire). Eén van de te harmoniseren onderwerpen is het in bijlage 6 van de circulaire opgenomen ‘Loopbaanbeleid van assistent A tot en met senior in de GGP’ (loopbaanbeleid). In die bijlage zijn de afspraken vastgelegd over de mogelijkheden tot doorstroming (bevordering) van ambtenaren binnen de GGP naar een volgend niveau of volgende functie. Voor de bevordering van [functie 1] naar [functie 2] is als vereiste gesteld dat sprake is van ‘vakmanschap blijkend uit een recente beoordeling boven de norm met daarin opgenomen verwachte geschiktheid voor senior GGP’. Vermeld is dat het loopbaanbeleid vanaf 1 november 2010 geldt voor alle medewerkers bij de Nederlandse Politie, dat de Raad van korpschefs i.o. zich aan de circulaire heeft geconformeerd en dat het bevoegd gezag deze circulaire dient te volgen, tenzij een zwaarwegend dienstbelang zich daartegen verzet. Het loopbaanbeleid voor bevordering van schaal 7 naar schaal 8 is met ingang van 1 januari 2013 beëindigd. In april 2013 zijn door de Adviescommissie Loopbaanbeleid GGP van het Centraal Georganiseerd Overleg Politie nadere uitvoeringsafspraken vastgelegd.
1 juni 2011 bevorderd naar de functie van [functie 2].
niet-ontvankelijk verklaard en het beroep tegen bestreden besluit 2 deels niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond verklaard.
1 juli 2015 aan de rechtbank heeft betoogd dat hij in aanmerking komt voor wettelijke rente. Het betreft hier een verzoek om schadevergoeding waarop de rechtbank op grond van titel 8.4 van de Awb had dienen te beslissen. Nu de rechtbank dit niet heeft gedaan, dient de aangevallen uitspraak in zoverre te worden vernietigd. De Raad zal alsnog beslissen op dat verzoek.