ECLI:NL:CRVB:2017:3974
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening Wajong-uitkering en toeslag wegens onterecht ontvangen bedragen
In deze zaak gaat het om de herziening van een Wajong-uitkering en de bijbehorende toeslag van appellant, die ten onrechte of tot een te hoog bedrag zijn verleend. Appellant ontving een Wajong-uitkering en een toeslag op grond van de Toeslagenwet. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, die het beroep van appellant ongegrond verklaarde. De Raad oordeelt dat de Wajong-uitkering en de toeslag kunnen worden herzien indien deze ten onrechte zijn verleend, en dat de schending van de inlichtingenplicht door appellant niet leidt tot een andere conclusie. De Raad bevestigt dat er geen dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien, ondanks de financiële en sociale gevolgen voor appellant. De deskundige psychiater concludeert dat er geen acute psychiatrische noodsituatie is, en dat de gevolgen van de terugvordering niet onaanvaardbaar zijn. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en wijst het hoger beroep van appellant af.