ECLI:NL:CRVB:2017:3676
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over recidive en maatregel bijstand in het kader van de Participatiewet
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, waarbij zijn bijstandsuitkering is verlaagd met 100% voor de duur van drie maanden. Appellant ontving sinds 15 april 2011 bijstand op basis van de Participatiewet (PW) en had te maken met arbeidsverplichtingen. Het college had eerder al een maatregel opgelegd wegens het niet verschijnen op een werkervaringsplaats. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat het college onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de standaardmaatregel van drie maanden verlaging met 100% ook in dit individuele geval moet worden toegepast, gezien de gevolgen voor appellant van de oplegging van twee maatregelen in korte tijd. De Raad stelt vast dat de maatregel niet in stand kan blijven en draagt het college op om het gebrek in het besluit te herstellen.
De uitspraak is gedaan op 12 september 2017 en betreft de procedure 16/6802 PW-T. De Raad overweegt dat de wetgeving ruimte biedt voor maatwerk en dat het college in individuele gevallen moet beoordelen of de opgelegde maatregel passend is. De Raad concludeert dat de eerdere maatregel niet in rechte is vastgesteld, maar dat dit niet betekent dat er geen sprake kan zijn van recidive. De Raad vernietigt het bestreden besluit en verplicht het college om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de bijzondere omstandigheden van de appellant.