ECLI:NL:CRVB:2017:2342
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.G. Rottier
- A.I. van der Kris
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van WIA-uitkering in verband met vermeende te hoge uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 juli 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de herziening van haar WIA-uitkering door het Uwv. Appellante, die sinds 2009 met psychische klachten uitgevallen was, ontving een WGA-loonaanvullingsuitkering. Het Uwv had haar uitkering herzien en teruggevorderd, omdat zij volgens hen te veel uitkering ontving. Appellante stelde dat zij niet redelijkerwijs kon weten dat zij te veel uitkering ontving, gezien haar psychische toestand en de ondersteuning die zij van het Uwv had gevraagd. De Raad oordeelde dat het Uwv niet bevoegd was om de WIA-uitkering met terugwerkende kracht te herzien, omdat appellante niet redelijkerwijs had kunnen weten dat zij te veel uitkering ontving. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van appellante gegrond. Tevens werden alle primaire en correctiebesluiten van het Uwv herroepen. De Raad veroordeelde het Uwv tot vergoeding van de proceskosten van appellante, die op € 1.980,- werden begroot.