Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 9 december 2021 in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam 1] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Feiten
Standpunt van het UWV
Beroepsgronden
Wettelijk kader
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover daarbij de WIA-uitkering wordt ingetrokken en teruggevorderd over de periode van 19 maart 2019 tot en met 24 januari 2020;
- stelt de periode waarover de WIA-uitkering wordt ingetrokken vast op de periode van 10 februari 2012 tot 19 maart 2019;
- herroept in zoverre het primaire besluit 1 en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre de plaats komt van het vernietigde gedeelte van het bestreden besluit;
- draagt het UWV op een nieuw besluit op bezwaar te nemen over de hoogte van het terugvorderingsbedrag met inachtneming van deze uitspraak;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af;
- draagt het UWV op het betaalde griffierecht van € 48,00 aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt het UWV in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 2.030,00.