In deze zaak heeft verzoekster een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechters R.E. Bakker en J.P.M. Zeijen van de Centrale Raad van Beroep. Dit verzoek is ingediend naar aanleiding van eerdere uitspraken van de Raad waarin de diagnose ME/CVS aan de orde kwam. Verzoekster stelt dat de betrokken rechters bevooroordeeld zijn en dat hun eerdere uitspraken geen recht doen aan ernstig zieke mensen. De wrakingsgrond is gebaseerd op de veronderstelling dat de rechters niet onpartijdig kunnen oordelen over zaken die verband houden met ME/CVS, gezien hun eerdere betrokkenheid bij vergelijkbare zaken. De Centrale Raad van Beroep heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het wrakingsverzoek niet kan worden behandeld, omdat het verzoek niet alleen gericht is tegen de individuele rechters, maar tegen de Raad als geheel. Dit is in lijn met artikel 3 van de Wrakingsregeling bestuursrechtelijke colleges, dat bepaalt dat een verzoek om wraking niet in behandeling kan worden genomen indien het betrekking heeft op het college als zodanig. De Raad heeft besloten het verzoek om wraking niet in behandeling te nemen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 23 mei 2017.