ECLI:NL:CRVB:2017:1452
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in hoger beroep bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft verzoekster hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Tijdens de behandeling van het hoger beroep op 30 maart 2017 heeft verzoekster een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. K.J. Kraan, de behandelend rechter. Dit verzoek werd op 31 maart 2017 schriftelijk herhaald. Mr. Kraan heeft aangegeven niet in te stemmen met het wrakingsverzoek. De Centrale Raad van Beroep heeft in haar beslissing op 13 april 2017 geoordeeld dat het wrakingsverzoek niet in behandeling wordt genomen. De Raad oordeelt dat het verzoek niet gemotiveerd is en dat het gericht is tegen de Raad als zodanig, in plaats van tegen de persoon van de rechter. De Raad verwijst naar de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht en de Wrakingsregeling bestuursrechtelijke colleges, die bepalen dat een verzoek om wraking niet in behandeling kan worden genomen als het niet voldoende is gemotiveerd of als het betrekking heeft op het college als geheel. De Raad heeft ook opgemerkt dat verzoekster in het verleden al meerdere wrakingsverzoeken heeft ingediend, wat leidt tot de conclusie dat een volgend verzoek in deze procedure niet in behandeling zal worden genomen. De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de griffier.