4.5.1.In artikel 28, aanhef en onder 1, van het Algemeen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko (Trb. 1973, 130 en 196, 298) inzake sociale zekerheid (Verdrag) is bepaald dat de bevoegde autoriteiten de administratieve regelingen treffen die voor de uitvoering van het Verdrag nodig zijn, in het bijzonder regelingen inzake de verificatie van de gegevens benodigd voor de vaststelling van de rechtmatigheid van uitkeringen en verstrekkingen uit hoofde van de in artikel 1 bedoelde wettelijke regelingen. Onder deze regelingen vallen onder meer wettelijke regelingen betreffende de bijstand.
In artikel 29, eerste lid, van het Verdrag is bepaald dat bij de toepassing van het Verdrag de autoriteiten en de met de uitvoering daarvan belaste organen elkaar behulpzaam zijn en handelen als betrof het de toepassing van hun eigen wettelijke regelingen.
4.5.2.Het Administratief Akkoord is een administratieve regeling als bedoeld in artikel 28 van het Verdrag. Artikel 30a van het Administratief Akkoord luidt als volgt:
“De volgende leden zijn van toepassing in het kader van de controle van de rechtmatigheid van bijstandsuitkeringen:
1. Teneinde het recht op een uitkering of de rechtmatigheid van gedane betalingen vast te stellen, wordt een ad hoc-commissie ingesteld teneinde op het grondgebied van het Koninkrijk Marokko over te gaan tot de verificatie van de juistheid van de door de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging van de bevoegde Nederlandse autoriteiten verkregen gegevens.
2. De ad hoc-commissie, samengesteld uit Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordigers en uit vertegenwoordigers van de betrokken Marokkaanse instanties, komt op verzoek van de Nederlandse autoriteiten bijeen.
3. De Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging geeft de ad hoc-commissie kennis van het feit dat zij van plan is verificaties te verrichten en doet haar een programma van de verificatiemissie toekomen, dat ten minste de namen van de steden en andere plaatsen bevat waar de verificaties zullen plaatsvinden. In het programma worden geen details vermeld met betrekking tot de te controleren individuele gevallen.
4. De ad hoc-commissie neemt kennis van het programma van de verificatiemissie en wijst uit haar midden een of meerdere Marokkaanse leden aan die het lid of de leden van de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging begeleiden teneinde ter plaatse de verificatiemissie uit te voeren.
5. De verificatiemissie wordt uitgevoerd binnen een termijn van twee weken, te rekenen vanaf de datum van de in het derde lid bedoelde kennisgeving.
6. Het lid of de leden van de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging en het Marokkaanse lid of de Marokkaanse leden die door de ad hoc-commissie zijn aangewezen, controleren persoonlijk de gegevens door zich bij de plaatselijke en centrale kadasters en landmeetkundige diensten of bij andere betrokken autoriteiten te vervoegen.
7. Van de verificatie wordt een rapport opgesteld dat de volgende gedetailleerde informatie bevat:
- de aanleiding van het verzoek om verificatie;
- de plaatsen waar de verificatie heeft plaatsgevonden;
- een lijst van de bezochte autoriteiten alsmede de conclusies van de bezoeken.”
4.5.3.Tussen partijen is niet in geschil dat, zoals de rechtbank heeft overwogen, de medewerkers van de Attaché bevoegd zijn om in Marokko onderzoek te doen en dat in ieder geval is gehandeld in overeenstemming met het bepaalde in artikel 30a van het Administratief Akkoord voor zover het betreft het in 1.5.1 bedoelde informatieverzoek van de Attaché aan de Adviseur.
4.5.4.Zoals blijkt uit artikel 30a, eerste lid, van het Administratief Akkoord, geeft dit artikel regels over de verificatie van de juistheid van de gegevens die de bevoegde autoriteiten hebben verkregen in het kader van onderzoek naar de rechtmatigheid van bijstandsuitkeringen. Artikel 30a van het Administratief Akkoord biedt geen grondslag voor de opvatting van appellanten dat de in dit artikel opgenomen eisen hebben te gelden als kwaliteitseisen waaraan moet zijn voldaan om de in Marokko verkregen onderzoeksgegevens te mogen gebruiken bij het onderzoek naar de rechtmatigheid van verleende AIO-aanvulling. Dit artikel biedt evenmin een grondslag voor de opvatting van appellanten dat de Attaché voor het onderzoek naar de waarde van in Marokko op naam van een AIO-gerechtigde geregistreerd onroerend goed gehouden zou zijn de in dit artikel bedoelde ad hoc-commissie in te schakelen. Door voor de waardebepaling van de woning in Marokko een externe, lokale taxateur in te schakelen, heeft de Attaché niet gehandeld in strijd met artikel 30a van het Administratief Akkoord.