ECLI:NL:CRVB:2015:1229
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- E.C.R. Schut
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Toepassing van risicoprofielen bij onderzoek naar vermogen in het buitenland en de gevolgen voor bijstandsverlening
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin de rechtbank de beroepen van appellanten tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Schiedam ongegrond heeft verklaard. Appellanten ontvingen sinds 16 oktober 2002 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). In het kader van een pilot heeft het college een risicoprofiel opgesteld voor onderzoek naar vermogen in het buitenland, waarbij appellanten zijn geselecteerd. Het college heeft hen geïnformeerd over het onderzoek en hen de kans gegeven om eventueel vermogen in het buitenland te melden. Appellanten hebben hierop niet gereageerd, waarna een onderzoek in Turkije is uitgevoerd, waaruit bleek dat zij onroerend goed bezitten. Het college heeft vervolgens de bijstand van appellanten ingetrokken, omdat zij over vermogen beschikten dat boven de vrij te laten grens ligt.
In hoger beroep hebben appellanten aangevoerd dat de bestreden besluiten discriminatoir zijn en berusten op onrechtmatig verkregen bewijs. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het college de gegevens niet uitsluitend op basis van nationaliteit heeft verkregen, maar ook andere relevante kenmerken heeft meegenomen in het risicoprofiel. De Raad heeft vastgesteld dat het college gerechtigd was om het risicoprofiel te hanteren en dat het onderscheid dat gemaakt is tussen bijstandsgerechtigden objectief gerechtvaardigd is. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en het hoger beroep verworpen.