ECLI:NL:CRVB:2015:4896
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- J. Riphagen
- H.A.A.G. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake loongerelateerde WIA-uitkering en arbeidsongeschiktheidsevaluatie
In deze zaak heeft appellante, een saunamedewerkster/administratief medewerkster, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel. De Centrale Raad van Beroep heeft op 22 december 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 14/1047 WIA. De zaak betreft de beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante, die zich op 15 april 2009 ziek meldde met rugklachten. Het Uwv had eerder vastgesteld dat appellante met ingang van 7 februari 2012 een arbeidsongeschiktheid van 66,91% had. Appellante betwistte deze beoordeling en stelde dat zij recht had op een IVA-uitkering. De rechtbank had het beroep van appellante gegrond verklaard, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het Uwv op goede gronden de mate van arbeidsongeschiktheid had vastgesteld. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij werd geoordeeld dat de verzekeringsgeneeskundige rapporten zorgvuldig waren opgesteld en dat de functies die aan de schatting ten grondslag lagen, medisch geschikt waren voor appellante. De Raad concludeerde dat er geen reden was om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van het onderzoek en dat het hoger beroep van appellante niet slaagde.