Uitspraak
17.843 WIA
13 december 2016, 16/748 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
9 mei 2012 niet langer voor een WIA-uitkering in aanmerking komt, omdat haar mate van arbeidsongeschiktheid minder is dan 35%. Vervolgens is appellante gaan werken als productiemedewerker. Op 7 oktober 2013 heeft zij zich ziekgemeld in verband met toename van al langer bekende klachten aan de nek, schouders, handen en rug.
.
18 januari 2016 niet-ontvankelijk verklaard, het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard en het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante. Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van een zorgvuldig verricht medisch onderzoek. In het in beroep door appellante ingediende rapport van Houberg en drs. Heijstek van 15 september 2016 heeft de rechtbank geen aanknopingspunten gezien om te twijfelen aan de conclusies van de (verzekerings)arts en verzekeringsarts bezwaar en beroep van het Uwv. Uitgaande van de juistheid van de FML van 8 juli 2016 heeft de rechtbank geoordeeld dat met de rapporten van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 7 april 2016 en 21 juli 2016 door het Uwv afdoende is gemotiveerd dat de belastbaarheid van appellante in de geselecteerde functies niet wordt overschreden.
18 mei 2017, heeft het Uwv verzocht om bevestiging van de aangevallen uitspraak.