ECLI:NL:CRVB:2015:4737
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag en de vereisten voor inschrijving in de GBA
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, een inwoner van Den Helder, had een aanvraag voor bijstand ingediend op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Den Helder, omdat appellant niet voldoende informatie had verstrekt over zijn feitelijke woonsituatie. De Raad oordeelde dat het recht op bijstand is gekoppeld aan een juiste inschrijving in de GBA, en dat het college de feitelijke woon- en leefsituatie van de belanghebbende moet kunnen verifiëren. De Raad stelde vast dat appellant onvoldoende concrete informatie had gegeven over zijn verblijfplaatsen en dat hij niet kon worden aangemerkt als adresloos. De Raad verwierp ook de stelling van appellant dat de WWB in strijd is met artikel 14 van het EVRM, omdat er geen verboden onderscheid wordt gemaakt tussen daklozen met en zonder woonadres. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.