ECLI:NL:CRVB:2015:4450
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake loonsanctie en re-integratie-inspanningen in het kader van de Wet WIA
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De rechtbank had het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het bestreden besluit van 12 april 2012 vernietigd, waarin een loonsanctie was opgelegd aan betrokkene wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het standpunt van appellant niet juist is. Betrokkene kon niet voldoende duidelijk zijn dat zij niet mocht afgaan op het deskundigenoordeel dat de inspanningen tot dan toe voldoende waren geweest. De Raad bevestigt dat de werkgever in beginsel mag uitgaan van de juistheid van een deskundigenoordeel, mits er geen voorbehoud is gemaakt. De Raad concludeert dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de re-integratie-inspanningen van betrokkene tot dat moment als voldoende moeten worden aangemerkt. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en appellant wordt veroordeeld in de proceskosten van betrokkene.