ECLI:NL:CRVB:2014:869
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking van rechter in herzieningszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 maart 2014 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van de behandelend rechter, mr. O.L.H.W.I. Korte. Het verzoek om wraking werd ingediend door drs. H.J.M.L. van Santvoort, namens verzoeksters, naar aanleiding van een zitting op 4 februari 2014. Tijdens deze zitting werd het herzieningsverzoek behandeld, waarbij de gemachtigde van verzoeksters zich geïntimideerd voelde door de wijze waarop mr. Korte de zaak benaderde. De gemachtigde stelde dat mr. Korte al een oordeel had gevormd en dat hij geen oor had voor de argumenten van de gemachtigde. Dit leidde tot de vrees dat de rechter partijdig was.
De Centrale Raad van Beroep overwoog dat een wrakingsverzoek alleen kan worden toegewezen als er sprake is van feiten of omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid opleveren. De Raad concludeerde dat de manier waarop mr. Korte de zitting leidde, niet duidde op vooringenomenheid. De rechter had de gemachtigde voldoende gelegenheid gegeven om zijn standpunten naar voren te brengen en had het bijzondere karakter van het rechtsmiddel herziening duidelijk uiteengezet. De Raad oordeelde dat de gevoelens van intimidatie van de gemachtigde niet voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van een zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid.
Daarom werd het verzoek om wraking afgewezen. De Raad besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter E.J.M. Heijs en de leden B.J. van de Griend en J.J.T. van den Corput, in aanwezigheid van griffier D. Heeremans.