ECLI:NL:CRVB:2024:55
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking van de behandelend rechter in een herzieningsprocedure
Op 9 januari 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op een verzoek om wraking van mr. H.G. Rottier, lid van de enkelvoudige kamer, door verzoeker in een herzieningsprocedure. Verzoeker had eerder verzocht om herziening van een uitspraak van de Raad van 1 februari 2023 in een geschil met de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Tijdens de zitting op 15 november 2023 heeft verzoeker het wrakingsverzoek ingediend, waarna het onderzoek ter zitting werd geschorst. De behandelend rechter heeft aangegeven niet in de wraking te berusten. Het verzoek is op 19 december 2023 behandeld, waarbij verzoeker aanwezig was, maar de behandelend rechter heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om gehoord te worden.
De Raad overweegt dat op grond van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht een rechter gewraakt kan worden op basis van feiten en omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Verzoeker stelde dat de behandelend rechter eerder zijn zaak had behandeld en daarbij bepaalde stukken niet had betrokken. De Raad oordeelt echter dat de aangevoerde gronden geen blijk geven van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trekken. De Raad benadrukt dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken.
De Raad concludeert dat de eerdere betrokkenheid van de rechter bij de zaak van verzoeker niet voldoende is om aan te nemen dat er sprake is van vooringenomenheid. Ook de stelling dat de rechter eerder ingebrachte stukken niet of onvoldoende heeft beoordeeld, is niet voldoende om het wrakingsverzoek te honoreren. De Raad wijst het verzoek om wraking af en ook het verzoek om toezending van het proces-verbaal van de wrakingszitting wordt afgewezen, omdat verzoeker daar onvoldoende belang bij heeft. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.