ECLI:NL:CRVB:2014:397
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.J. Schaap
- W.H. Bel
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding na tegemoetkoming door zorgverzekeraar
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. J.S. Vlieger, had hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoek om Agis Zorgverzekeringen N.V. te veroordelen in de proceskosten. Dit verzoek volgde nadat Agis tegemoet was gekomen aan de bezwaren van de appellant met betrekking tot het persoonsgebonden budget (pgb) dat in 2009 was vastgesteld. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de appellant niet de juiste verantwoording voor het pgb had aangeleverd, wat leidde tot de afwijzing van zijn verzoek om proceskostenvergoeding.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het geschil zich enkel richtte op de vraag of de rechtbank terecht het verzoek om proceskostenvergoeding had afgewezen. De Raad heeft artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in overweging genomen, dat bepaalt dat een bestuursorgaan op verzoek van de indiener van het beroepschrift in de kosten kan worden veroordeeld indien het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener is tegemoetgekomen. De Raad concludeert dat er bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op de regel van proceskostenvergoeding rechtvaardigen. De appellant had namelijk niet tijdig bezwaar gemaakt tegen het besluit van Agis en had geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden aangedragen die een herziening van het besluit rechtvaardigden.
Uiteindelijk heeft de Raad de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met A.J. Schaap als voorzitter en W.H. Bel en G. van Zeben-de Vries als leden, in aanwezigheid van griffier D.E.P.M. Bary.