Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
in totaal € 156,- vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Groningen. Appellante ontving sinds 17 maart 2004 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) voor alleenstaande ouders. De zaak draait om de herziening van de bijstandsverlening aan appellante, die in 2010 werd aangepast naar de norm voor een alleenstaande, omdat haar dochter tijdelijk in een jeugdpsychiatrische kliniek verbleef. Het college van burgemeester en wethouders van Oldambt had in 2010 besloten dat de bijstand voor de dagen dat de dochter in de instelling verbleef, zou worden berekend naar de norm voor een alleenstaande, en voor de dagen dat zij thuis was, naar de norm voor een alleenstaande ouder. Appellante ging in bezwaar tegen dit besluit, maar het college verklaarde het bezwaar ongegrond.
De Raad heeft het college verzocht het bestreden besluit te heroverwegen in het licht van een eerdere uitspraak van de Raad. Het college heeft vervolgens het besluit van 2 september 2010 ingetrokken en de bijstand van appellante over de betreffende periode ongewijzigd vastgesteld naar de norm voor een alleenstaande ouder. Appellante trok haar hoger beroep in, maar onder de voorwaarde dat de kosten in bezwaar en de proceskosten in beroep en hoger beroep vergoed zouden worden. Het college weigerde deze kosten te vergoeden, wat leidde tot de huidige procedure.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het college de kosten van appellante in bezwaar en de proceskosten in beroep en hoger beroep moest vergoeden, omdat het besluit van 2 september 2010 als onrechtmatig moest worden aangemerkt. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak en verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit gegrond. De totale kosten werden begroot op € 2.922,-, en het college werd veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van € 156,-.