ECLI:NL:CRVB:2014:3830
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- B.J. van de Griend
- Rechtspraak.nl
Toekenning van militair invaliditeitspensioen en de toepassing van het PTSS Protocol
In deze zaak gaat het om de toekenning van een militair invaliditeitspensioen aan appellant, die psychische klachten heeft na uitzending naar Libanon in de jaren '79 en '80. Appellant verzocht in januari 2011 om een pensioen op basis van zijn klachten, waarna hij een geneeskundig onderzoek onderging. De minister van Defensie kende hem een invaliditeitspensioen toe van 35%, maar na bezwaar werd dit percentage verhoogd naar 40% in een nieuw besluit van 18 december 2012. Appellant ging in hoger beroep tegen de eerdere uitspraak van de rechtbank, die zijn beroep ongegrond verklaarde.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het PTSS Protocol, dat gebruikt wordt voor de beoordeling van invaliditeit bij militairen, niet onterecht is toegepast. Appellant betoogde dat het protocol leidt tot lagere invaliditeitspercentages en dat het niet voldoende grondslag heeft in hogere regelgeving. De Raad stelt vast dat het protocol is ontwikkeld met instemming van deskundigen en dat het voldoet aan de eisen van de geldende medische wetenschap. De Raad oordeelt dat de minister niet onterecht is afgeweken van de WPC-schaal en dat de toepassing van het PTSS Protocol in dit geval gerechtvaardigd is.
De Raad komt tot de conclusie dat het bestreden besluit van de minister, dat de invaliditeit op 40% vaststelt, niet in strijd is met de wet. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep tegen het besluit van 29 september 2011 gegrond, maar het beroep tegen het nieuwe besluit van 18 december 2012 wordt ongegrond verklaard. Tevens wordt de minister veroordeeld in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 1.948, en dient hij het griffierecht van € 156 te vergoeden.