ECLI:NL:CRVB:2013:1488
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toegestaan gebruik van derden bij het voeren van regie over zorg met persoonsgebonden budget
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 augustus 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor een persoonsgebonden budget (pgb) door Zorgkantoor Delfland Westland Oostland Nieuwe Waterweg Noord. Betrokkene, die door psychische problemen niet in staat is om zelf de regie over zijn zorg te voeren, had een indicatie voor begeleiding ontvangen van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het zorgkantoor weigerde de aanvraag voor een pgb, onder verwijzing naar artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat betrokkene niet in staat zou zijn om de regie over zijn zorg te voeren.
De rechtbank heeft het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, met de bepaling dat het zorgkantoor een nieuwe beslissing op bezwaar moet nemen. De rechtbank oordeelde dat betrokkene, met de juiste ondersteuning van derden, in staat kan zijn om de regie over zijn zorg te voeren. Het zorgkantoor ging in hoger beroep tegen deze uitspraak, waarbij het stelde dat de aanvrager zelf in staat moet zijn om de regie te voeren en dat hulp van derden niet voldoende is.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het zorgkantoor niet zonder nader onderzoek kon stellen dat betrokkene niet in staat was om de regie te voeren, enkel omdat hij niet zelfredzaam is. De Raad benadrukte dat de wet niet uitsluit dat een verzekerde die niet over de benodigde capaciteiten beschikt, ondersteuning van derden kan inschakelen. De Raad oordeelde dat het zorgkantoor moet onderzoeken of betrokkene met de hulp van derden kan voldoen aan de aan het pgb verbonden verplichtingen. Tevens werd het zorgkantoor veroordeeld in de proceskosten van betrokkene, die zijn begroot op € 944,-.