ECLI:NL:CRVB:2010:BN2458
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijstand wegens schending inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 juli 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een aanvraag om bijstand door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. De appellant, die bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had zijn aanvraag om bijstand op 12 maart 2007 ingediend. Het College had echter twijfels over zijn woon- en leefsituatie en had daarom een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellant niet voldoende duidelijkheid had verschaft over zijn feitelijke woonadres, wat resulteerde in de afwijzing van zijn aanvraag op 7 mei 2007.
De Raad oordeelde dat appellant in strijd met zijn inlichtingenverplichting niet had aangetoond dat hij woonachtig was op het door hem opgegeven adres. Hij had geen van de gevraagde bewijsstukken, zoals een huurcontract of bewijs van huurbetalingen, overgelegd. De rechtbank Breda had eerder het beroep van appellant tegen de afwijzing ongegrond verklaard, waarop appellant in hoger beroep ging. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de appellant onjuiste of onvolledige gegevens had verstrekt over zijn woonadres, waardoor het College de aanvraag om bijstand terecht had afgewezen.
De Raad benadrukte dat het aan de aanvrager is om de nodige duidelijkheid te verschaffen bij een aanvraag om bijstand. Indien de aanvrager niet voldoet aan de inlichtingenverplichting, kan dit leiden tot een weigering van de bijstandsaanvraag. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, zonder aanleiding te zien voor een veroordeling in de proceskosten.