ECLI:NL:CRVB:2013:2753
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijstand wegens onduidelijkheid over hoofdverblijf
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Haarlem. De appellant, die in 2011 naar Turkije was geremigreerd en kort daarna weer naar Nederland terugkeerde, had op 7 december 2011 een aanvraag ingediend voor bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem heeft deze aanvraag afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld op welk adres de appellant zijn hoofdverblijf had. De appellant had verschillende adressen opgegeven, wat leidde tot twijfels over zijn woon- en leefsituatie.
De rechtbank verklaarde het beroep van de appellant tegen de afwijzing ongegrond. De rechtbank oordeelde dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat zijn afkomst of nationaliteit de reden was voor het afleggen van een huisbezoek. De Raad voor de Rechtspraak bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat de appellant niet voldoende duidelijkheid had verschaft over zijn woonadres. De Raad benadrukte dat het op de weg van de aanvrager ligt om juiste en volledige informatie te geven over zijn verblijfplaats.
De Raad concludeerde dat er redelijke grond was voor het afleggen van een huisbezoek, gezien de wisselende informatie van de appellant over zijn verblijfadressen. Tijdens het huisbezoek op het laatst opgegeven adres werden geen persoonlijke bezittingen van de appellant aangetroffen, wat de conclusie ondersteunde dat hij daar niet verbleef. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep van de appellant af.