ECLI:NL:CRVB:2013:2760
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering wegens schending inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 december 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag om bijstandsuitkering door het college van burgemeester en wethouders van Utrecht. De appellant had op 17 februari 2011 een aanvraag ingediend voor bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), waarbij hij een woonadres had opgegeven. Echter, na onderzoek door handhavingsspecialisten van de gemeente Utrecht, bleek dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij op het opgegeven adres woonachtig was. Dit leidde tot de conclusie dat hij zijn inlichtingenverplichting had geschonden, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld.
De rechtbank Utrecht had eerder het beroep van de appellant tegen de afwijzing ongegrond verklaard. In hoger beroep voerde de appellant aan dat er geen redelijke grond was voor het afleggen van een huisbezoek en dat hij niet op de hoogte was van de gevolgen van het huisbezoek. De Raad oordeelde echter dat er voldoende redenen waren voor het huisbezoek, gezien de inconsistenties in de informatie die de appellant had verstrekt. De Raad benadrukte dat het op de weg van de appellant lag om duidelijkheid te verschaffen over zijn woon- en leefsituatie.
De Raad concludeerde dat de appellant niet had aangetoond dat hij op het opgegeven adres woonde en dat de afwijzing van de bijstandsaanvraag door het college terecht was. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 10 december 2013.