ECLI:NL:CRVB:2009:BI7040
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.A.A.G. Vermeulen
- A. Beuker-Tilstra
- J.Th. Wolleswinkel
- Rechtspraak.nl
Schorsing van ambtenaar in het belang van de dienst bij verdenking van ernstige strafbare feiten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 mei 2009 uitspraak gedaan over de schorsing van een ambtenaar, appellant, die werkzaam was bij het ressortsparket. De schorsing was opgelegd in het belang van de dienst, omdat er een concrete verdenking bestond van ernstige strafbare feiten. De Raad heeft vastgesteld dat ten tijde van de schorsing en het bestreden besluit er een strafvervolging tegen appellant aanhangig was, wat de noodzaak van de schorsing onderstreepte. De Raad oordeelde dat de gevolgen van de schorsing voor appellant niet onevenredig waren in verhouding tot het doel dat hiermee gediend werd, namelijk het waarborgen van de geloofwaardigheid van het openbaar ministerie.
Appellant had beroep ingesteld tegen het besluit van de Minister van Justitie, dat op 27 mei 2008 was genomen, en stelde dat er geen noodzaak was voor de schorsing, aangezien hij al langere tijd ziek was en niet meer zou werken. De Raad heeft echter geoordeeld dat de verdenkingen onverenigbaar waren met de functie van appellant en dat de schorsing gerechtvaardigd was. De Raad verwees naar eerdere rechtspraak die bevestigde dat een bestuursorgaan in geval van ernstige verdenkingen van plichtsverzuim voldoende grond heeft om een ordemaatregel te treffen.
De Raad concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat de schorsing van appellant in overeenstemming was met de geldende rechtspraak. De Raad zag geen aanleiding om proceskosten te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van integriteit binnen het openbaar ministerie en de noodzaak om maatregelen te treffen wanneer er ernstige verdenkingen bestaan.