ECLI:NL:CRVB:2000:AA8869
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- K. Zeilemaker
- C.P.J. Goorden
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak van de rechtbank inzake schorsing en disciplinaire maatregelen tegen ambtenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank ’s-Gravenhage, waarin zijn beroepen ongegrond zijn verklaard. Appellant was sinds 1 januari 1990 in dienst bij een universiteit en gedetacheerd bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Hij werd tijdelijk aangesteld als adviseur en later benoemd tot wetenschappelijk projectleider. Na signalen van mogelijke financiële onregelmatigheden bij een symposium waarbij appellant betrokken was, besloot gedaagde om appellant te schorsen in het belang van de dienst. De rechtbank bevestigde deze schorsing en de daaropvolgende disciplinaire maatregelen, waaronder de beëindiging van het dienstverband per 1 november 1996.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelt dat gedaagde in redelijkheid tot schorsing heeft kunnen besluiten, gezien de signalen van plichtsverzuim en de twijfels over de integriteit van appellant. De Raad stelt vast dat de disciplinaire straf, die inhoudt dat het salaris van appellant voor een jaar wordt verlaagd, niet onevenredig is. De Raad benadrukt dat de gedragingen van appellant, waaronder het optreden als penningmeester zonder goedkeuring van het bestuur, hebben bijgedragen aan de schending van het vertrouwen dat gedaagde in hem had. De Raad concludeert dat gedaagde terecht heeft geoordeeld dat appellant niet voldeed aan de verwachtingen die aan hem gesteld werden, wat leidde tot de beëindiging van zijn dienstverband.