ECLI:NL:CRVB:2008:BD8613
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugvordering onverschuldigd betaalde toeslag ingevolge de Algemene Ouderdomswet
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Roermond van 17 oktober 2006. Appellante, vertegenwoordigd door P.J.M. Nieskens, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (SvB) om onverschuldigd betaalde toeslagen terug te vorderen. De rechtbank had het inleidend beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij geen procesbelang had, nu de SvB het primaire besluit van 4 januari 2006 had herroepen. Appellante wenst echter om principiële redenen een rechterlijk oordeel over de vraag of de SvB rechtens juist handelt door besluiten niet te ondertekenen, wat de bevoegdheid van die besluiten in twijfel trekt.
Tijdens de zitting op 10 juli 2008 heeft appellante haar grieven toegelicht, waarbij zij ook verwees naar mogelijke schendingen van artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM). De Raad overweegt dat er slechts sprake kan zijn van voldoende procesbelang indien het resultaat dat de indiener nastreeft daadwerkelijk kan worden bereikt. Aangezien de SvB met het besluit op bezwaar van 16 mei 2006 volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellante, kan de Raad niet oordelen dat er sprake is van een rechtens te honoreren procesbelang.
De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door T.L. de Vries, in tegenwoordigheid van C. de Blaeij als griffier, op 24 juli 2008.