ECLI:NL:CRVB:2007:BA3024
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.A.J. van den Hurk
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- J.J.A. Kooijman
- Rechtspraak.nl
Verrekening van openstaande schuld aan gemeente met niet uitbetaalde vakantie-uitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Haarlem. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Wormerland bevoegd was om een openstaande schuld van appellante aan de gemeente te verrekenen met een nog niet uitbetaalde vakantie-uitkering. De Centrale Raad van Beroep bevestigt deze uitspraak.
De feiten van de zaak zijn als volgt: appellante was schuldig aan de gemeente Wormerland voor gemaakte kosten van bijstand, vastgesteld door de kantonrechter in 1996. In 2004 ontving appellante ouderdomspensioen en werd haar gezinsbijstand beëindigd. Het College besloot om een bedrag van de vakantie-uitkering van appellante af te boeken op de vordering van de te veel verstrekte bijstand. Appellante ging in beroep tegen deze beslissing, maar de rechtbank verklaarde het beroep ongegrond.
In hoger beroep heeft appellante haar bezwaren tegen de uitspraak van de rechtbank herhaald. De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van appellante beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat het College inderdaad bevoegd was tot verrekening. De Raad oordeelt dat de mededeling in het primaire besluit niet kan worden opgevat als een toezegging dat van verrekening wordt afgezien.
De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met G.A.J. van den Hurk als voorzitter en N.J. van Vulpen-Grootjans en J.J.A. Kooijman als leden. De beslissing is openbaar uitgesproken op 10 april 2007.