ECLI:NL:CRVB:1995:ZB5617
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.G. Kasdorp
- I. de Hartog
- D. Nebbeling
- Rechtspraak.nl
Inhouding ter aflossing van een schuld op bijstandsuitkering en rechtsgeldigheid van eerdere beslissingen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant A. tegen het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen een inhouding van f 105,-- per maand op zijn uitkering krachtens de Rijksgroepsregeling werkloze werknemers (RWW) ter aflossing van een schuld aan de gemeente. Het bezwaar werd door gedaagde niet-ontvankelijk verklaard, wat door de rechtbank te Zwolle werd bevestigd. Appellant stelt dat de verhaalstermijn van 5 jaar is verstreken en dat de inhouding moet worden gestaakt. De Centrale Raad van Beroep overweegt dat een inhouding als deze elke maand moet worden aangemerkt als een handeling in de zin van artikel 34 (nieuw) van de Algemene Bijstandswet (ABW). De Raad concludeert dat de eerdere beslissingen in rechte onaantastbaar zijn, maar dat de inhouding op de uitkering van appellant op goede gronden is toegepast. De Raad oordeelt dat de gedaagde op juiste wijze de inhouding heeft doorgevoerd en dat er geen nieuwe feiten zijn die het bezwaar van appellant kunnen onderbouwen. De Raad verklaart het beroep gegrond, vernietigt de eerdere uitspraak en bevestigt de inhouding, maar veroordeelt gedaagde in de proceskosten van appellant.