ECLI:NL:CRVB:2010:BO1211
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak van de rechtbank inzake bijstandsverlening en verrekening door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Gravenhage
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 oktober 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de rechtbank ’s-Gravenhage van 23 december 2009. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank die zijn beroep tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Gravenhage ongegrond had verklaard. Dit besluit betrof de verrekening van bijstandsverlening over de periode van 28 november 2005 tot 12 juni 2006. De Raad oordeelde dat de appellant ten onrechte niet het inkomen, gelijk aan de beslagvrije voet, heeft genoten, maar dat dit niet het gevolg was van het besluit van 22 juni 2009, maar van een eerder onrechtmatig besluit van 14 maart 2006. De Raad bevestigde dat appellant een verzoek om schadevergoeding kan indienen en dat het College bevoegd is tot verrekening van de openstaande schuld van appellant met het bedrag dat aan bijstand nabetaald moest worden. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak, zonder aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.