ECLI:NL:CRVB:2006:AY6390
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- K.J.S. Spaas
- H.G. Rottier
- C.P.M. van de Kerkhof
- Rechtspraak.nl
Weigering van WAZ-uitkering en de betekenis van deskundigenrapporten in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden, die op 11 augustus 2004 haar beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond verklaarde. Het Uwv had op 12 augustus 2003 besloten om appellante geen uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) toe te kennen, omdat zij op en na 30 oktober 2002 minder dan 25% arbeidsongeschikt werd geacht. De rechtbank baseerde haar oordeel op een rapport van de door haar ingeschakelde deskundige, de zenuwarts neuroloog psychiater C.J.F. Kemperman, en concludeerde dat er geen reden was om aan de juistheid van de vastgestelde belastbaarheid van appellante te twijfelen.
Tijdens de zitting op 4 juli 2006 heeft appellante, bijgestaan door haar juridisch adviseur mr. W.M. Heuveling, haar standpunt toegelicht. Het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. M. Wiersma. Appellante voerde aan dat de deskundige Kemperman een onjuiste aanvangsdatum voor haar depressie had gehanteerd en dat eerdere rapporten van haar medisch adviseur drs. B. Huisman en andere deskundigen aantoonden dat haar beperkingen waren onderschat. De Raad voor de Rechtspraak overwoog dat, hoewel appellante nieuwe rapporten had overgelegd, de deskundige Kemperman in zijn beoordeling al rekening had gehouden met de standpunten van de andere artsen.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. De Raad hechtte grote waarde aan het rapport van de deskundige Kemperman en concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven om van dit rapport af te wijken. De Raad stelde dat de beoordeling van de deskundige in overeenstemming was met de geldende rechtspraak en dat de door appellante aangevoerde argumenten niet voldoende waren om de vastgestelde belastbaarheid te betwisten. De uitspraak werd openbaar gedaan op 8 augustus 2006.